Nog nooit zijn we in onze samenleving zo hard in de gaten gehouden. Camera’s op straat, online advertentieprofielen, dna-bewijsmateriaal, het zijn maar enkele voorbeelden van onze surveillancesamenleving. Ook voor kunstenaars is het een dankbaar onderwerp.

denkwerkKoen Vervloesem

 

Begin juli kwam de Belgische digitale kunstenaar Dries Depoorter in het nieuws met zijn werk The Flemish Scrollers (driesdepoorter. be/theflemishscrollers/). Elke vergadering van het Vlaams parlement wordt gelivestreamd op een YouTube­kanaal. Depoorter programmeerde nu een systeem dat in die livestream naar smartphones zoekt en de politicus die deze vastheeft, identificeert. Daarna post het programma een videofragmentje met een berisping van de politicus op Twitter en Instagram, met de politicus getagd. Vlaams minister-president Jan Jambon had de twijfelachtige eer om het eerste slachtoffer te zijn van de uitvinding van Depoorter. “Dear distracted @JanJambon, pls stay focused!” was de tweet, met een videofragment van zeven seconden waarin te zien is hoe Jambon zijn smartphone erbij neemt. Depoorter schreef de software in de programmeertaal Python en maakte zowel voor de herkenning van de smartphones als voor de gezichtsherkenning gebruik van Keras (keras.io), een API voor deep learning.

The Flemish Scrollers Dries Depoorter 01
De software van Dries Depoorter herkent politici die op hun smartphone bezig zijn (bron: Dries Depoorter)

AAN DE SCHANDPAAL GENAGELD 
Politici hadden uiteraard kritiek op deze vorm van public shaming. Dat ze naar hun smartphone kijken, wil niet altijd zeggen dat ze afgeleid zijn: velen gebruiken hun smartphone ook om debatten voor te bereiden en beleidsstukken te lezen. Het legt al een belangrijk pijnpunt van dit soort technologie bloot: een beeld kan op allerlei manieren te interpreteren zijn. Iemand publiek te schande zetten terwijl je de context niet weet, is dan ook niet eerlijk. 
De kunstenaar bleef in interviews op de vlakte over wat zijn bedoeling met dit werk was. Maar het heeft wel (even) het debat geopend over het gebruik van gezichtsherkenningstechnologie. En hopelijk heeft het de politici ook doen nadenken. Want jaar na jaar lijkt er meer animo bij politici om  technologie zoals gezichtsherkenning in openbare ruimtes te gebruiken om criminele feiten en overtredingen op te sporen. Maar nu ze zelf een keer voorwerp van een veroordelende vorm van gezichtsherkenning zijn, ontdekken ze hoe het voelt om onterecht beschuldigd te worden en gaan ze hopelijk twee keer nadenken om onschuldige burgers hieraan te onderwerpen. 

VERKEERSBOETES UITDELEN 
Dries Depoorter is niet aan zijn proefstuk toe: in 2015 ontwikkelde hij al een ander kunstwerk over privacy. Met Jaywalking (driesdepoorter.be/jaywalking/) logde hij in op onbeveiligde verkeerscamera’s bij oversteekplaatsen voor voetgangers. Elke keer dat iemand overstak wanneer of waar dat niet toegelaten was, kreeg de bezoeker van zijn installatie de keuze om de persoon te verklikken of niet: met een druk op een knop wordt de foto naar de lokale politie gestuurd, zodat die een boete kan uitschrijven. 
Jaywalking werd op verschillende plaatsen in de wereld tentoongesteld. Het duwt bezoekers met hun neus op de feiten dat veel camerabeelden, al dan niet bedoeld, publiek beschikbaar zijn. En het doet denken aan China, waar het heel normaal is dat voetgangers die door het rode licht oversteken, publiekelijk aan de schandpaal genageld worden door hun foto met naam op billboards te adverteren. 

ARTVEILLANCE, EEN NIEUWE KUNSTVORM 
Deze twee werken van Dries Depoorter maken deel uit van een kunststroming die de naam artveillance krijgt: een samenraapsel van art en surveillance. Het is kunst die over onze surveillancesamenleving gaat, waarbij we steeds meer in de gaten gehouden worden, onder andere door camera’s. Artveillance doet ons nadenken over surveillance, stelt de risico’s en ethische aspecten ter discussie, kan heel kritisch zijn of spot ermee. En sommige kunstenaars verwijzen alleen maar naar surveillance, terwijl andere er ook van gebruikmaken, zoals in de voorbeelden van Dries Depoorter.

Spy booth 2 2
Spy Booth van Banksy klaagt de surveillance aan (bron: Banksy)

Enkele van de bekendste vormen van artveillance komen van de Britse kunstenaar Banksy. Zo kreeg een telefooncel slechts enkele kilometers van het Government Communications Headquarters (GCHQ) op een nacht in 2014 gezelschap van  een muurschildering van drie geheim agenten in lange jassen en met zonnebrillen die met allerlei afluisterapparatuur het telefoongesprek aftapten. De satellietschotel die enkele meters verderop hing, werd zelfs meegetrokken in het complot, met een getekende kabel naar een van de afluisteraars. Dit kunstwerk, dat de naam Spy Booth kreeg, kwam in de nasleep van de onthullingen over spionagepraktijken van de Amerikaanse overheid door klokkenluider Edward Snowden.

ACTIVISTISCHE KUNST 
Sommige van die kunstenaars zijn wat activistischer dan andere. Brooke Singer bijvoorbeeld, een Amerikaanse kunstenaar en hoogleraar nieuwe media aan Purchase College van de State University of New York. Haar werk (in)visible (bsing. net/(in)visible/index.php) uit 2007 is een prototype van een pin die je zelf in elkaar kunt steken met enkele infrarood­leds, een batterij en wat geleidende draad. Die pin steek je dan op je pet. Mensen zien het uitgestraalde infraroodlicht niet, maar de meeste beveiligingscamera’s worden erdoor verblind, waardoor ze alleen een felle witte vlek zien. 
Op haar website geeft Brooke Singer meer uitleg over het project. Zo geeft ze ook uitgebreide instructies om zelf zo’n infraroodpin te maken om je onzichtbaar te maken voor beveiligingscamera’s. Maar let op: je gezicht is dan misschien wel niet meer herkenbaar, door het felle infraroodlicht trek je onmiddellijk wel de aandacht van de mensen die de camerabeelden bekijken. Je krijgt dan waarschijnlijk onmiddellijk het etiket opgeplakt van iemand met slechte bedoelingen, terwijl je alleen maar opkomt voor je privacy. 

DEEL JE HELE LEVEN 
Een artiest die uit noodzaak met artveillance is begonnen en dat ook op een extreme manier deed, is hoogleraar Hasan M. Elahi van de San Jose State University. De in Bangladesh geboren Amerikaan werd in 2002 na een anonieme tip opgepakt op de luchthaven van Detroit door de FBI. Hij werd ervan verdacht terrorist te zijn. Na de ondervraging werd het de FBI­agenten duidelijk dat Elahi onschuldig was. Ze hadden hem hun telefoonnummer gegeven en Elahi besloot om hen elke keer dat hij het vliegtuig nam (hij vloog 130.000 km per jaar) te bellen. 
Door die traumatische ervaring besloot Elahi ook om van zijn leven een open boek te maken: hij begon dagelijks foto’s te maken van alle plaatsen waar hij was en van zijn aankopen en deze naar zijn website TrackingTransience.net te uploaden. Zijn website was zijn alibi. Elahi ziet in de logs van zijn webserver dat medewerkers van het Pentagon zijn website bezoeken. Sinds 2002 is hij niet meer opgepakt. Elahi’s aanpak lijkt dus te werken, al heeft hij er wel zijn privacy voor moeten opgeven. 
Tegelijk geeft Elahi ook de boodschap dat je de waarde van persoonlijke informatie vermindert als je internet ermee overspoelt, zoals hij doet. Door alles over zijn leven te delen, tot zelfs de meest banale zaken zoals foto’s van het toilet, is het voor buitenstaanders moeilijk om de belangrijke zaken in zijn leven te ontdekken. Daarmee trekt hij ook het principe in twijfel van de waarde van persoonlijke informatie voor inlichtingendiensten.

wall of faces2
Deze gezichten werden gereconstrueerd uit het dna in haren, kauwgum en  sigarettenpeuken 
(bron: Heather Dewey-Hagborg)

DNA-BEWIJSMATERIAAL 
Heather Dewey­Hagborg (deweyhagborg.com) is een kunstenaar en biohacker die ook in heel wat van haar kunstwerken een belangrijke rol geeft aan het thema surveillance. Ze is vooral gefascineerd door dna en hoe deze macromolecule de “gouden standaard” is geworden om mensen te identificeren. 
Een microliter speeksel bevat 108 nanogram dna. En dat terwijl er maar een halve nanogram dna nodig is voor forensische analyse. Maar volgens Dewey­Hagborg is dna­bewijsmateriaal eenvoudig te vervalsen of te vervuilen. Als onderdeel van haar kunstwerk Invisible (deweyhagborg. com/projects/invisible) heeft ze twee producten ontwikkeld. Met de Erase­spray vernietig je 99,5% van het dna dat je achterlaat. En met de Replace­spray vermom je de overblijvende 0,5% door er dna van vijftig andere personen aan toe te voegen. Zo krijg je weer genetische privacy en word je dus onzichtbaar. Dewey­Hagborg biedt ook doe­het­zelfgidsen (biononymous.me/diy­guides) aan voor wie deze aanpak wil toepassen.   In Stranger Visions (deweyhagborg.com/projects/ stranger­visions) verzamelde Dewey­Hagborg haren, kauwgum en sigarettenpeuken op straat, uit publieke toiletten en wachtruimtes. Ze haalde er het dna uit en analyseerde dit op genen die voor specifieke uiterlijke kenmerken zouden coderen. Zo reconstrueerde ze portretten van de mensen tot wie het gevonden dna behoorde. Zo wilde ze de aandacht vestigen op het gebruik van forensic DNA phenotyping in crimineel onderzoek, terwijl deze technologie daarvoor echt niet nauwkeurig genoeg is.

7 2
Je Google-paspoort bevat alle informatie uit je Google Ads-profiel  (bron: Roos Groothuizen)

GOOGLE-PASPOORT 
In eigen land is de Rotterdamse Roos Groothuizen (roos.gr) actief in artveillance en andere kunst over digitale rechten. Ze is gefascineerd over hoe algoritmes systematisch discrimineren en hoe informatie niet eerlijk verdeeld is. Zo is een partij als Google het voorwerp van haar kunstwerk The Consulate of Google (roos.gr/The­Consulate­ of­Google). Als deelnemers hun Android­smartphone overhandigen, wordt er een ‘Google­pas­ poort’ voor hen gegenereerd. Dit bevat alle data uit het Google Ads­profiel van de eigenaar, maar zo klein afgedrukt dat de persoon het met een digitale microscoop moet nalezen. Daardoor worden ze zich maar langzaam bewust van wat Google over hen weet en dringt het extra door…