Er is een trend gaande waarbij traditionele programma’s naar het internet verhuizen. Portable heet dat. Daarmee wordt de keuze van een webbrowser steeds belangrijker. Er lijken veel keuzes te zijn, maar de markt is in handen van Google. Een verslag van dertig jaar oorlog om de macht...

hetlab logo
Henk van de Kamer

 

In de meeste sectoren is het ongebruikelijk dat één bedrijf de markt volledig kan dicteren. De afgelopen veertig jaar heb ik er genoeg voorbeelden van gezien dat de ICT-sector de uitzondering op die regel is. Vaak blijkt dat het overheersen van de markt meer nadelen dan voordelen heeft. Het leidt meestal tot een gebrek aan innovatie en het niet meer serieus nemen van gebruikers. Uiteindelijk wordt de oude heerser van de troon gestoten, waarna de opvolger vaak niets van de geschiedenis heeft geleerd en de ellende zich herhaalt...

NETSCAPE 
Mozilla boxingIn maart 1991 toonde Tim Berners-Lee een webbrowser en webserver om gemakkelijker door het CERN-onderzoek te navigeren. Al snel ontstonden andere webbrowsers waaronder ViolaWWW. Deze browser inspireerde Marc Andreessen en Eric Bina - beiden werkzaam voor het National Center for Supercomputing Applications - om NCSA Mosaic te schrijven. Marc verliet het onderzoeksinstituut en richtte in april 1994 Mosaic Communications Corporation op. In een half jaar tijd werd vanaf niets de code voor een nieuwe browser geschreven en konden de eerste gebruikers Mosaic Netscape versie 0.9 downloaden. Een maand later schrapte hij het Mosaic-deel vanwege mogelijke juridische problemen met zijn vorige werkgever. Het bedrijf hernoemde hij naar Netscape Communications NCSA mosaic logo 2Corporation en de browser ging voortaan als Netscape Navigator door het leven. De mascotte was Mozilla: een knipoog naar het filmmonster Godzilla. Net zoals zijn naamgenoot was het achterliggende idee om Mosaic te vernietigen. Dat lukte binnen een jaar met een marktaandeel van ruim negentig procent, voor namelijk omdat het programma gemakkelijk onder Windows 3.x te installeren was. De broncode van het originele Mosaic was ondertussen in handen van Spyglass Inc. Het doel van dit bedrijf was het uitbaten van de technologie die door het NCSA werd ontwikkeld. In 1994 werden daarom broncodelicenties voor Mosaic aangeboden... 

EERSTE BROWSEROORLOG 
Netscape heeft veel vernieuwingen gebracht, waaronder Javascript en SSL voor versleutelde verbindingen. Bill Gates geloofde niet in het internet en meende dat besloten netwerken - denk AOL en CompuServe - de toekomst waren. Om die reden had het originele Windows 95, gelanceerd op 24 augustus 1995, geen internetbrowser. Ome Bill maakte regelmatig fouten, maar binnen Microsoft werken meerdere slimme mensen. Daarom nam het bedrijf nog in datzelfde jaar een licentie van Spyglass af en gebruikte die voor het maken van Internet Explorer 1.0. Deze was onderdeel van het Plus!-pakket waarvoor apart betaald moest worden. logoos
Dat was geen succes en op 14 februari 1996 werd Internet Explorer 2.0 opgenomen in het eerste Windows 95-servicepack. De ‘integratie’ van Internet Explorer 2.0 stelde weinig voor en het programma was daarom gemakkelijk te verwijderen. Voor latere versies werd dat steeds lastiger, omdat ook Microsoft ondertussen doorhad dat internet wel degelijk de toekomst was. Met andere woorden: dat vermaledijde Netscape moest de nek worden omgedraaid. Op 22 januari 1998 begon Netscape deze druk te voelen en gaf het de broncode vrij in de hoop om zo de strijd te winnen... 

BRONCODE 
De Netscape-broncode kwam in handen van de Mozilla Foundation. Al snel werd echter duidelijk dat het beschikbaar zijn van de broncode weinig zegt. Het belangrijkste onderdeel van een browser is de zogenaamde rendering engine. Die zorgt ervoor dat HTML, CSS en Javascript worden vertaald naar wat je op het scherm ziet. Vanwege de snelle groei van het internet was deze code een ratjetoe geworden en waren noodzakelijke aanpassingen enorm moeilijk door te voeren. Eind oktober 1998 werd daarom besloten om wederom vanaf niets een nieuwe rendering engine te schrijven met als codenaam Gecko.

Firefox logoGecko is als eerste gebruikt in Netscape 6.0, dat in november 2000 uitkwam. Achteraf veel te gehaast en het werd dan ook een enorme flop. In augustus 2002 was het programma eindelijk stabiel en werd Netscape 7.0 (gebaseerd op Mozilla 1.0.1) gelanceerd. Beide waren een zogenaamde internetsuite, oftewel meer dan alleen een browser. Wie alleen die browser nodig had, kon in dat jaar het nieuwe Firefox downloaden, eveneens gebaseerd op de Gecko-engine. 

TWEEDE BROWSEROORLOG 
Met de komst van Firefox kreeg Internet Explorer - op dat moment versie 6.0 - een geduchte concurrent en ontstond de tweede browser oorlog. Uiteindelijk veroverde Firefox in juli 2010 een marktaandeel (wikipedia.org/wiki/Usage_share_of_web_browsers) van 34,1 procent en versloeg daarmee Internet Explorer 7.0,Google Chrome icon 2011.svg maar niet het gecombineerde aandeel van 48,3 procent van alle versies daarvan. Voor het eerst was het Explorer-marktaandeel van meer dan 90 procent tot onder de helft gedaald!
Ondanks verwoede achterhoedegevechten is dat tij nooit meer gekeerd. Het verschil kwam voornamelijk door een nieuwe machtige concurrent. Google lanceerde op 1 september 2008 een opensource-project onder de naam Chromium (googleblog.blogspot.com
/2008/09/freshtake-on-browser.html). Net zoals bij Netscape in het verleden wordt de naam gebruikt om een door Google aangeklede officiële versie onder de naam Chrome te verspreiden. In juli 2010 was Chrome’s marktaandeel gegroeid tot 10,6 procent en het restant ging naar Opera en Safari. 

WEB APPLICATIES Opera Safai
Google was én is bekend vanwege zijn zoekmachine. Het mag duidelijk zijn dat haar werknemers dus steeds meer via het web doen. Om steeds meer applicaties in een browservenster te kunnen proppen, ontstond het idee van een eigen browser. De eerste openbare versie was release 3 of 0.2.149. Het laatste getal is een build-nummer en is gebaseerd op een nummer in het revisiesysteem waarin de broncode wordt bijgehouden. De eerste twee nummers geven de meer traditionele versie aan. Na het vrijgeven ontstond in korte tijd versie 1.0.154 voor Windows. Pas met versie 5.0.375 op 21 mei 2010 kwam het programma ook beschikbaar voor macOS en Linux. 
Volgens Google is Chromium - en dus ook Chrome - ontstaan door het lenen van openbare broncode van Apple en Mozilla. Tot en met versie 27 werd de WebKit rendering engine van de eerste gebruikt. Voor Javascript, onmisbaar om applicaties in de browser te kunnen draaien, is vanaf het begin de eigen V8-engine gebruikt. In versie 28 is Google overgestapt naar Blink (behalve onder iOS), wat op dat moment een afsplitsing was van WebKit. Dat was trouwens weer een afsplitsing van de KHTML render engine gemaakt door de KDE-ontwikkelaars. 

Zoals gezegd is het in de ICT blijkbaar gemakkelijk om de markt te overheersen. Hierboven heb ik de geschiedenis geschetst qua browsers. Op dit moment is Chrome de grootste met ruim 64 procent als we alle apparaten meetellen. Op smartphones en met name tablets ligt het genuanceerder, omdat Apple daar met zijn iOS en dus de Safari-browser een substantieel deel in handen heeft. Op tablets is Safari op dit moment volgens Wikipedia de marktleider en dankzij Android is Chrome de win naar op de smartphone. 

TOEKOMST 
In 2003 besloot ik om privé weer meer onder Linux te gaan werken. Microsoft wenst (gelukkig maar) geen Internet Explorer of Word voor Linux te maken, dus alleen Firefox was voor mij een serieuze kandidaat. Dit is dan ook de browser waarmee ik tot op heden het meeste surf. De laatste twee jaren gebruik ik ook Chromium, omdat steeds meer ontwikkelaars niet meer testen voor Firefox. En al helemaal niets snappen van de ESR (Extended Support Release)-versies die Debian standaard verspreidt. Zo word ik regelmatig beschuldigd van het gebruiken van een verouderde versie. Zucht. 
Omdat het totale marktaandeel van Firefox onder de vier procent is gezakt, denk ik er de laatste maanden over om volledig over te stappen op Chromium. Let op: niet Chrome, want dat die op grote schaal naar zijn thuisbasis in een rekencentrum van Google belt, mag duidelijk zijn. Helaas zit een deel daarvan ook in de Chromium-code verstopt. Iets dergelijks geldt ook voor Firefox, zelfs in de versies die Debian verspreidt. 
Als ik overstap, wil ik in ieder geval een versie waarin de keuzes voor Google-“diensten” bewust aan- of uitgezet kunnen worden. Blijkbaar ben ik niet de enige die er zo over denkt. Zoals gezegd wordt in Debian al het één en ander gedaan, maar geven ze zelf aan dat er nog genoeg problemen zijn (wiki.debian.org/PrivacyIssues). Helaas is hiermee de ruimte weer vol, maar hopelijk kan ik in het komende jaar een succesverhaal vertellen!