Harm van Beek is onlangs benoemd tot hoogleraar Digital Forensics (digitaal-forensisch onderzoek) bij de OU-faculteit Bètawetenschappen, in samenwerking met het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Er is namelijk behoefte aan een wetenschappelijke basis om de wildgroei aan digitale sporen te kunnen doorzoeken en relevante sporen goed onderbouwd als bewijs in de rechtbank te gebruiken.
De samenleving digitaliseert. Opsporingsdiensten merken dit in hun zaken, waarin ze dagelijks grote hoeveelheden digitaal bewijsmateriaal tegenkomen. E-mails, chatberichten, foto's, en camerabeelden bijvoorbeeld kunnen cruciaal bewijs leveren in rechtszaken en zo bijdragen aan het bestrijden van ondermijnende criminaliteit. De wet stelt strenge eisen aan hoe dit bewijs wordt verzameld en gebruikt, en dit wordt nauwkeurig beoordeeld door officieren van justitie, rechters en advocaten.
Om digitale sporen goed te begrijpen, is het belangrijk om te weten hoe apps en (mobiele) apparaten werken en wat de gevolgen zijn van het gebruik. Omdat iedereen vrijwel continu digitale sporen achterlaat, zijn in iedere strafzaak grote hoeveelheden sporen te vinden. Maar hoe vind je dat ene relevante e-mailtje? Hiervoor wordt steeds meer geautomatiseerd, onder meer door gebruik te maken van kunstmatig-intelligente algoritmen. Deze methoden en technieken moeten voldoen aan de strenge eisen van het strafrecht.
Bijzondere leerstoel Digital Forensics
De bijzondere leerstoel Digital Forensics richt zich op onderzoek naar methoden en technieken die ingezet kunnen worden voor het (geautomatiseerd) verkrijgen en duiden van digitale sporen ten behoeve van de opsporing en bewijsvoering in rechtszaken. Het onderzoek van de leerstoel ligt op het grensvlak van (straf)recht, informatica en informatiekunde. Harm: 'Je hebt de juridische en de technische werkelijkheid. Die komen niet altijd overeen. Juist daar waar geen overlap is liggen uitdagingen.' De benoeming gaat in per 1 september 2024.
Samenwerking Open Universiteit en NFI
Door het opzetten van deze leerstoel en het werven van een aan de leerstoel verbonden promovendus, willen het NFI en de faculteiten Bètawetenschappen en Rechtswetenschappen van de Open Universiteit de krachten bundelen. Met de verbetering van de (onderbouwing van) toegepaste forensische wetenschap wordt zo samen met digitaal-forensisch onderzoekers van het NFI een bijdrage geleverd aan de opsporing en bewijsvoering. Harm: 'Door met zowel techneuten als juristen aan digitaal-forensische vraagstukken te werken, kunnen we een nog beter fundament leggen onder het digitaal-forensisch onderzoek in strafzaken.'
Het NFI is een internationaal kennis- en expertisecentrum voor forensisch onderzoek. Het instituut heeft bijna veertig verschillende forensische deskundigheidsgebieden onder één dak. Door forensisch onderzoek, door de overdracht van kennis en door te innoveren levert het NFI een bijdrage aan de opsporing en waarheidsvinding in strafrechtelijke onderzoeken, zowel nationaal als internationaal.
Over Harm van Beek
Dr. ir. Harm van Beek (1975, Westerhoven), studeerde technische informatica aan de Technische Universiteit Eindhoven en promoveerde aan diezelfde universiteit in 2005 met het proefschrift 'Specification and Analysis of Internet Applications'. Tijdens zijn studie richtte hij samen met twee medestudenten het ICT-bedrijf ISAAC op. In 2009 maakte hij de overstap naar het Nederlands Forensisch instituut, waar hij onder meer aan de wieg stond van het onderzoeksplatform Hansken. Hansken helpt opsporingsdiensten om digitaal bewijsmateriaal - bijvoorbeeld uit computers en smartphones - snel en efficiënt te kunnen doorzoeken.
Harm combineert zijn hoogleraarschap met zijn functie als senior digitaal-forensisch onderzoeker aan het NFI.