In Delft hield Jos van den Berkmortel in maart voor de HCC computerbeleggersgroep een presentatie over het onderwerp ‘de permanente portfolio’.

Jan Roozenburg

De Permanente wat? Tsja, de meeste beleggers zullen er niet mee bekend zijn. Welnu, het is een systeem dat onder alle marktomstandigheden werkt. Bij zowel dalende als stijgende markten of markten met een hoge of lage volatiliteit. Het grote voordeel is dat je de portfolio niet hoeft aan te passen aan de markt. Vandaar de naam. Dat geeft rust in je hoofd en beleggen met dit systeem vraagt niet veel aandacht. En er zijn maar weinig transacties nodig. De turbulentie in de wereld is groot en de toekomst lijkt onvoorspelbaarder dan ooit. Het idee van een permanente portfolio is gezien alle onzekerheden daarom best een aantrekkelijk idee.

portfolio

Vier assets
Omdat beleggers verschillen in interesse en ervaring, telt HCC!beleggen een aantal werkgroepen, zoals de Computerbeleggersgroep Zuid-Holland (CBG-ZH). Sinds de oprichting in 2002 helpt deze werkgroep haar leden om hun financiële dromen te realiseren met behulp van beleggen via de computer. Vanwege corona zijn daar de afgelopen twee jaar beduidend minder mogelijkheden voor geweest. De werkgroep CBG-ZH organiseerde voor corona circa negen keer per jaar bijeenkomsten in Delft en pakt die draad graag weer op. 

De bedenker van de Permanente Portfolio is de Amerikaan Harry Brown, die het rond 2000 introduceerde. Brown onderscheidt 4 mogelijke marktomstandigheden: groei, recessie, inflatie en deflatie. Voor elk van deze 4 marktomstandigheden wordt een geschikte asset ingezet, te weten aandelen, oblgaties, goud en cash. Het kapitaal in de permanente portfolio wordt gelijk verdeeld over deze 4 assets. Elke asset krijgt 25% toegewezen. 
De ontwikkeling van de 4 assets wordt gevolgd met een voortschrijdend gemiddelde van 10 maanden. Als na afloop van de maand de koers van een asset (bv aandelen) onder dit gemiddelde duikt wordt het asset verkocht en in cash omgezet. Stijgt het asset dan wordt weer gekocht. Zo wordt de portfolio aan de marktomstandigheden aangepast. Eén keer per jaar vindt herbalancering plaats; elke asset krijgt weer 25% van het beschikbare kapitaal in de portfolio toegewezen.
De permanente portfolio is getest van 1973 tot 2020 (47 jaar). Het gemiddeld rendement ligt rond 5% per jaar met een maximaal tussentijds verlies (drawdown) van 11%. Vergeleken met een Buy&Hold portfolio verschilt het rendement niet veel maar wordt de drawdown ruim gehalveerd. Dat ligt bij B&H rond 23%. Dat is een groot voordeel. Verliezen van rond 10% zijn te dragen in tegenstelling tot verliezen boven de 20% waarbij de meeste beleggers het bijltje erbij neergooien.

Samengevat: de permanente portfolio is een robuuste  wijze van beleggen. Het vraagt weinig aandacht. Alleen op het eind van elke maand is controle nodig of de 4 assets verkocht of gekocht moeten worden. De frequentie van aanpassingen is gering. De vraag waarin belegd moet worden is niet meer aan de orde.

Bovenstaande geeft slechts een globaal idee van de permanente portfolio.Meer informatie kun je op internet vinden onder ‘permanent portfolio’ en Harry Brown. Maar bij HCC!beleggen vertellen wij je er natuurlijk ook graag alles over.

 

beleggen

 



                                                                                               

Kijk voor meer informatie beleggen.hcc.nl