Bij het opruimen van zijn garage ontdekte HCC-oprichter Dick Barnhoorn een doos met documenten uit de turbulente begintijd van de vereniging. Een telefoontje naar PC-Active was voldoende om onze nieuwsgierigheid te wekken én fraaie anekdotes te noteren.
Walter Wijnhoven
In 1977 werd Jimmy Carter de 39ste president van de Verenigde Staten, overleed Elvis Presley en vierde Vader Abraham successen met zijn Smurfenlied. Op 27 april van dat jaar vond nog een memorabel feit plaats: de oprichting van HCC. Dat gebeurde in Leiden ten huize van Dick Barnhoorn, anno 2023 erelid en nog volop actief in diverse Interessegroepen. Aan PC-Active vertelt hij over de avontuurlijke begintijd.
Bijzonder object
Op de keukentafel staat een bijzonder object, gevonden bij het opruimen van de garage. “Deze ‘portable computer’ stond op de allereerste HCC-dag op de bestuurstafel als voorbeeld hoe je een pc kon bouwen”, vertelt Dick. “Als student wiskunde en informatica kreeg ik het idee, waarna ik een en ander in elkaar heb geschroefd en gesoldeerd. Dat kon ik wel als elektrotechnicus, na mijn eerdere opleiding HTS Elektrotechniek. Maar ik had geen geld om alle benodigde onderdelen te kopen en het project is nooit gerealiseerd. Voor dataopslag had ik een autoreverse cassetterecorder toegevoegd – de floppy was nog niet uitgevonden – om computergestuurd heen en weer te laten gaan.”
Van mainframe tot zelfbouw
HCC-ers van het eerste uur hadden nog geen eigen computer of hooguit zelf gebouwd. Homecomputers zoals de Commodore PET, Tandy TRS 80 en Apple II waren erg prijzig. Dick: “Als student had ik toegang tot een rekencentrum waar een enorme mainframe stond. Daar maakte ik ook gebruik van voor privédoeleinden, zoals lijsten maken van mijn collectie sciencefictionboeken. Ik zag intussen dat computers goedkoper en kleiner werden en dat ik hetzelfde rekenwerk ook zou kunnen doen met een PDP-8, een 12-bits minicomputer.” Een artikel in een tijdschrift bracht Dick op een idee.
Dick Barnhoorn met rechts zijn 'portable computer' |
Amateur Computer Club
“Ik las in het Britse elektronicamagazine Wireless World over de Amateur Computer Club, een initiatief van Mike Lord in 1973. Ik werd lid en kreeg de ACC Newsletter toegestuurd. De ACC had als project het zelf maken van een computer met gewone TTL-circuits, kleine IC-tjes die we ‘pissebedden’ noemden. Daarvan verscheen een compleet bouwschema. Ik realiseerde me dat nu iedereen(!) computers kon maken, niet alleen Apple-oprichters Steve Wozniak en Steve Jobs. Zo werd de ACC de bron waaruit HCC is ontstaan. De ACC organiseerde ook bijeenkomsten en excursies en had een hardwareservice, zodat de leden onderdelen konden kopen die elders moeilijk verkrijgbaar of te duur waren. Al deze activiteiten zijn in HCC gekopieerd.”
De oprichting van HCC
‘Iedereen kan nu een computer maken, waarom hebben we zo’n club niet in Nederland?’ zo bedacht Dick. Hij stuurde een brief naar radio-elektronicahobbybladen met als strekking: ‘Wordt het niet eens tijd een computerhobbyclub op te richten in Nederland?’ De brief werd geplaatst in Computable, Automatisering Gids, Radio Elektronica en Radio Bulletin. Als bewijs toont Dick de doorslagen van die brief, netjes bewaard in een ordner. Naar aanleiding van de vele reacties, per brief en telefoon, ontstond al snel een groepje gelijkgestemden. “Op 27 april 1977 belegde ik een vergadering samen met de Leidse studenten Gerrit Slot en Rob van Spaandonk, en de Delftse student Jaap van Duffelen. ‘We moesten het maar doen’, zeiden we tegen elkaar, waarmee HCC een feit was. Gerrit werd voorzitter, Rob secretaris en ik penningmeester met verantwoordelijkheid voor de nieuwsbrief.”
|
|
|
De eerste nieuwsbrief
De eerste Nieuwsbrief verscheen in juli 1977 in een oplage van 200 stuks en bestond uit slechts drie velletjes A4, aan elkaar geniet tot een boekje in A5-formaat. Op dat moment had HCC twaalf leden. “Jaap had mijn map met voorbeeldkopij mee naar huis genomen”, herinnert Dick zich. “Bij de eerstvolgende vergadering bleek dat hij de hele nieuwsbrief door zijn vrouw had laten uittypen en 200 keer laten kopiëren bij een drukker. De schemaatjes die ik bij een artikel over schakelingen had geplaatst waren echter vergeten, die heb ik er in alle 200 exemplaren met de hand bijgetekend. Jaap had de achterpagina gevuld met een advertentie voor zijn eigen bedrijfje: MRLectronics. Hij verkocht een computerbouwpakket op basis van een Motorola 6800 processor en had publiciteit nodig.”
In de eerste nieuwsbrief stond Dicks telefoonnummer en dat was te merken. “Omdat ik geen zin om iedere keer naar beneden te lopen legde ik een telefoonlijn aan naar mijn werkkamer.”
De tweede nieuwsbrief verscheen in oktober, met alle namen en adressen van de eerste vijftig leden. Vanaf maart 1978 kwam de nieuwsbrief tweemaandelijks en vanaf 1980 elke maand. De redactie bestond tot 1991 uit vrijwilligers.
Hamerslag en Daisywheel
“Het volgende nummer maakte ik op een hamerslag-typemachine, waarbij ik met hele en halve spaties heb zitten passen en meten om de kolommen uit te vullen. Dat kon beter door een computer worden gedaan. Daarom huurde ik elke tweede maand enkele dagen de HP 9825 van mijn zwager, een programmeerbare rekenmachine met 32 lettertekens op het display. Die gebruikte ik als tekstverwerker door er twee programma’s voor te schrijven. Het eerste zorgde ervoor dat ik editfaciliteiten kon invoegen en het tweede vulde de regels uit en printte de tekst op een daisywheelprinter. Ik heb die programma’s nog liggen.” In de praktijk was Dick penningmeester en secretaris, stelde hij de complete nieuwsbrief samen en organiseerde hij bijeenkomsten. De statuten waren gebaseerd op de verenigingsstatuten van de postzegelclub van zijn zus.
Ledenadministratie
Men werd lid door de contributie over te maken en daar hoort een administratie bij. Dick: “Gelukkig meldde zich een lid, Piet Mansvelt Beck, die thuis (naast zijn baan) een bescheiden administratiekantoor had en dat graag wilde automatiseren. Hij kocht een Heathkit bouwdoos, leerde solderen en bouwde zijn eerste computer. Hij schreef zelf de software voor de ledenadministratie met als input een cassetterecorder en als output een cassetterecorder en digital printer die ook etiketten op ketting kon bedrukken, nodig om de nieuwsbrieven te versturen (netjes gesorteerd op postcode). Om de paar weken fietste ik naar Pijnacker om de nieuwste leden aan het bestand toe te voegen. Piet heeft dit werk, met steeds betere apparatuur, jarenlang gedaan.”
Naar de Efficiency Beurs
De kersverse HCC kon al snel naar de Efficiencybeurs. “De organisator vroeg of we najaar 1977 op de beurs wilden staan, waar steeds meer computers te zien waren. Hij had gehoord over HCC en bood een gratis stand aan. Ik vertelde hem over een idee waar ik al lang mee rondliep: het besturen van modeltreinen, waarvoor ik in concept al hardware had bedacht. Op de eerstvolgende HCC-bijeenkomst ging ik op een stoel staan en vroeg: ‘de Efficiencybeurs wil dat we computergestuurde treinen laten zien, wie wil daarbij helpen?’ Direct gingen er allemaal handen omhoog en zo hadden we de eerste Interessegroep – destijds Gebruikersgroep – HCC!m (modelbouwautomatisering), die nog steeds geweldig loopt.”
Op de rails
Een van de leden, Wim Bolkenstein, was elektronicus. Hij werkte de elektronica voor de eerste modelbaan uit en maakte de printplaten. Een ander lid, Rein Heesterman, wilde zijn eigen modelbaan automatiseren, maar wist niets van elektronica of computers. Hij leverde een met vloerbedekking beklede tafel met poten waar schijnwerpers op konden, en regelde via Märklin gratis rails, wissels en treinen. We hebben een avond lang printjes in elkaar gesoldeerd – die heb ik hier nog staan, een vierkant stuk multiplex met een rondje rails erop – die we testten door de trein rondjes te laten rijden. We hadden een Apple II-computer van importeur Romka in bruikleen en kregen alles tijdig letterlijk op de rails voor de beurs.”
Kortsluiting!
Op de beurs liep de computergestuurde trein vertraging op. “De ene na de andere eindtransistor brandde door zodat we kortsluiting in de baan kregen. We waren zo druk geweest met soldeerwerk, dat we te weinig aandacht aan de software hadden besteed. Het programma was geschreven in BASIC, maar de computer was met een klokfrequentie van 1 MHz veel te traag. We gebruikten een detectiesysteem waarbij de trein van sector naar sector reed. Door de lange reactietijd duurde het even voordat de betreffende schakeling onder stroom kwam. Daarom kon de trein slechts langzaam rijden anders zou zelfs een stopsignaal te laat komen. Om af en toe toch wat snelheid te kunnen laten zien, hadden we stiekem ook een handbediening ingebouwd…”
Douane
Kort na de Efficiencybeurs ging de spoorbaan op reis naar een hobbybeurs in Brussel. “Gebracht door mijn zwager met zijn caravan. ’s-Avonds in mijn hotel heb ik een aantal vaak terugkerende onderdelen van het programma vertaald in Assembler, wat goed draaide op de Apple II. Zo werd het hele programma een stuk sneller. Een tegenvaller was dat onze stand tijdens die beurs onverwacht bezoek kreeg van de Belgische douane, die wilde weten of de modelspoorbaan en de computer bij de grens waren ingeklaard. We moesten alsnog aangifte doen wat ons 200 gulden kostte. Onze 2.000 leden van dat moment betaalden elk een dubbeltje mee.”
|
|
HCC-dagen
Op 29 oktober 1977 organiseerde Dick de eerste HCC-dag in Zalencentrum Trianon aan de Utrechtse Oude Gracht, waar alle zestig leden kwamen. MRLectronics en Ingenieursbureau Koopmans waren de enige exposanten. Totaal waren er ruim 200 bezoekers en de gehuurde ruimte bleek meteen te klein. Een student uit Utrecht, Rob Bronckers, regelde dat de volgende HCC-dag in het universiteitscentrum De Uithof werd gehouden. Hij zou het evenement, dat steeds groter werd, nog vele jaren daarna organiseren. Dick: “Die tweede HCC-dag in 1978 heette officieel ‘HCC Microcomputerdag’ en in plaats van de verwachte 500 bezoekers kwamen er ruim 2.000.” De derde HCC-dag was in Het Turfschip te Breda, met 23 deelnemende bedrijven. Vanaf 1981 waren de HCC-dagen (die inmiddels tot drie dagen duurden) jaarlijks in de Utrechtse Jaarbeurs. Op het hoogtepunt kwamen er meer dan 100.000 bezoekers en 350 exposanten, begeleid door 800(!) vrijwilligers. Door de enorme toeloop was het trein- en autoverkeer rondom Utrecht totaal ontregeld.
Zo vader, zo dochter
Na de eerste turbulente HCC-jaren verhuisde Dick naar Amsterdam en kreeg hij een drukke baan met veel reistijd. In 1981 trad hij terug als bestuurslid. “Gelukkig meldde zich een nieuwe vrijwilliger, Cor Stapel, die penningmeester werd en de logistiek voor de nieuwsbrieven deed inclusief het nazenden van oude nummers aan nieuwe leden. Ondanks het snel toenemende volume heeft hij dit jarenlang gedaan.” Behalve erelid is Dick anno 2023 enthousiast lid van diverse IG’s waaronder HCC!forth, HCC!apple en HCC!genealogie. “Domotica en Open Source boeien me eveneens. Uiteraard ben ik ook nog lid van HCC!m. Ik nam mijn kinderen vaak mee naar beurzen en een van de mooiste dingen die je kon laten zien waren modelspoorbanen.” Dat heeft z’n vruchten afgeworpen, ervaart Dick. “Mijn dochter is in oktober 2022 cum laude afgestudeerd in Artificial Intelligence en werkt nu bij de NS. Dus toch weer die treintjes...”
Kijk voor een impressie van de roemruchte HCC-dagen o.a. op:
https://youtu.be/GxDIBL-wd9g
https://youtu.be/pZ6mkxDtW24